Cakewalk 1

Nu de voortuin zo goed als helemaal ingeplant is, komt er tijd voor een volgend karwei. In januari is het oude prieel verplaatst naar de hoek rechts achterin de tuin. Van daar kijk je recht naar de driestam es die de tuin linksachterin domineert. In het plan van Carrie Preston loopt er een ril van het prieel naar de boom. Voor nu is dat wat te begrotelijk. Voorlopig behelpen we ons met een pad en apen we de ril na met geeltjes.

Dit stuk tuin was al verhoogd – en helemaal vol gegroeid met Aucuba. Die hebben we, ook in januari al, grotendeels verwijderd. Nu de grond nog netjes verdelen, zodat de boomwortels lucht genoeg houden en de afwatering naar de greppel achter de houtwal blijft functioneren. Spierballenwerk! En ja, we weten het: we zijn amateur-stratenmakers.. We noemen het pad inmiddels de ‘cakewalk’ en doen net of het er al sinds 1868 ligt. Heel romantisch.

Het prieel heeft ondertussen een verfbeurt gehad. Erachter ligt een ‘geheim’ tuintje met mooie varens (gekregen van goede vrienden), wat Epimedium (guilty pleasures) en Primula japonia ‘Miller’s Crimson’ die nu prachtig in bloeit staat.

Merel 2

Ondanks alle katten in de tuin, houdt onze ‘Scalpie’ (naar de ontveerde kop en nek) het goed vol. Ze weet onze vogelpindakaas prima te vinden. Ook is ze verzot op koude, gekookte aardappels.

Tortels

Oh, dit is leuk: eindelijk tortelduiven die een degelijk nest hebben gebouwd. Beschut tegen wind en regen, stevig ingeklemd in de driehoek balkon, muur en regenpijp, en vervlochten met de uitlopers van de Duitse Pijp. Goed bezig!

Voortuin

Er is geen fotografisch bewijs (ik maak de foto’s, de mannen in ons huishouden laten de camera links liggen en daarom sta ik vrijwel nooit op de plaat), maar ik heb de afgelopen twee dagen al 1,5 m3 compost op de tuin gebracht. Vrijdagmiddag werd een een bigbag van 2m3 gebracht. De eerste uren kon ik alleen met behulp van een keukentrapje bij de inhoud, die ook nog eens dreigde om te vallen (al dan niet met mij erbij). Ik voelde me alsof ik een rolletje had in een film van Laurel & Hardy.

Maar, ik ben overeind gebleven en inmiddels is het grootste deel verspreid over de voortuin. Hopelijk stimuleert deze laag het bodemleven en helpt het om vocht vast te houden. De regen blijft nog wel even uit en de sloot naast het huis staat inmiddels droog.

Dat we tot nu water hebben kunnen geven, maakt dat de voortuin er gezond bij staat: de rode vlier begint te bloeien, evenals Aquilegia ‘Snow Queen’, ‘Hesperis matronalis‘ en Ajuga reptans ‘Black Scallop’. Deze laatste met het donkerste blad dat ik ooit heb gezien bij Ajuga (gekocht bij Kwekerij De Kleine Plantage.

Merel 1

De (niet vaak gebruikte) naam voor ‘Merel’ in het Fries is ‘Goudbek’. Niet voor niets hebben we deze naam gekozen voor onze tuin. We zijn hier in maart 2019 komen wonen en vanaf de eerste ochtend worden wij gewekt door de zang van de merels. De concurrenten fluiten tegen elkaar op! Het is heerlijk wakker worden zo, al begint het gezang nu wel erg vroeg: om 4.30 uur begint de eerste! En toch: het is heerlijk soezen met deze muziek op de achtergrond.

De merels weten ons inmiddels te vinden. Zodra we ons buiten laten zien, scharrelen ze in onze buurt rond: er wordt vast wel een lekker hapje ‘boven gewied’ of ze kunnen even badderen onder de sproeier. De goudbek die gisteren met mij optrek zag er nogal gehavend uit. Het zijn ook pittige tijden: je hebt een nest met hongerige jongen dat constant belaagd wordt door katten, eksters en kauwen en dan moet je ook nog alert zijn op de sperwer die dagelijks even komt kijken of er wat te halen valt. Ze heeft het overleefd, maar mijn hemel, wat ziet ze eruit. Onze heldin!

Spannend!

Wat is het spannend: lopen de nieuwe bomen uit? Hebben ze genoeg water? Staan ze er een beetje florissant bij? Wat een verrukking om onze Gymnoclades te zien uitlopen. Thijs Dolders, dank voor je advies deze boom aan te planten. Wat zijn ze mooi!

Voortuin

De beplanting van de voortuin zit er nu vier weken in. Het is al die tijd kurkdroog. Ja, er is twee dagen achter elkaar een buitje gevallen, maar dat mag geen naam hebben. We sproeien regelmatig met het water uit de sloot naast ons huis. Gelukkig kan en mag dat nog steeds. De meeste planten en struiken slaan aan, de beukenhaag en de bomen lopen uit, de eerste bloemen laten zich zien. Geums houden wel van een beetje zon: ze knallen ons tegemoet!

Paeonia delavayi

Bij een bezoek aan Kwekerij Pieters Planten in Wezep ging onlangs een lang vervulde wens in vervulling: ik kreeg een Paeonia delavayi mee. Nu, een paar weken later, staat de plant in knop en kijk ik reikhalzend uit naar de dieprode bloemen. Ook als de plant niet in bloei staat is het zonder meer een beauty overigens: wat een schitterend blad!

Paeonia delavayi is een boompioen. Geen vaste plant, maar een struik, die van nature voorkomt in Tibet en China (Sichuan en Yunnan). Hij is vernoemd naar Père Jean Marie Delavay, die zijn werk als missionaris combineerde met een grote botanische interesse en kennis en de reislust van een ontdekkingsreiziger. Hij ontdekte de plant in de 19e eeuw.

Deze pioen is als een toverbal: de variëteit in bloemkleuren is enorm. Hij is er niet alleen in het donkerrood (mijn voorkeur) maar er zijn ook planten met felgele, bruine of bijna witte bloemen. Ook de hoogteverschillen zijn groot: van amper 80 cm tot bijna 2 meter, en alles wat daartussen zit komt voor. Tot voor kort werden alle kleuren apart benoemd, maar tegenwoordig worden ze allemaal op een hoop gegooid onder de naam ‘Paeonia delavay complex.‘ Wel zo eenvoudig, maar lastig als je een bepaalde kleur zoekt!