Vrijdag 25 september was P(lant)-day: we beplantten de ‘ril’ achterin de tuin.
Toen we hier 1,5 jaar geleden kwamen wonen, was dit een donker, somber en ondoordringbaar stuk tuin. Er stond Aucuba, heel veel Aucuba. En ook de Japanse Duizendknoop had zich hier gevestigd. Als eerste pakten we die aan: afgraven van de ‘besmette’ grond en elke nieuwe scheut verwijderen. Dat heeft gewerkt: dit jaar hebben we hem niet meer gezien.
In februari werd de Aucuba gerooid (wij hielden jong plantmateriaal achter) en werd het antieke prieel (1868?) naar achteren verhuisd: Carrie Preston voorzag dat we van daaruit een prachtig zicht zouden hebben op de enorme, driestammige es achterin de tuin. En we kregen zo een beschutte plek om te lezen en te mijmeren. Als altijd heeft ze gelijk!
Voor het zover was, moest er heel wat gebeuren. Matthé verplaatste eindeloos kruiwagens grond om een soort ‘holle weg’ te maken en het oplopende grondniveau naar de rand van de tuin op te vangen. Hij kruide 2 m3 compost naar achter om de grond te verbeteren. Hij straatte een pad. Een echte ril met stromend water werd te begrotelijk, maar dat vingen we op met een strook geeltjes. Die past wondermooi bij het kleurenschema waarvoor we gekozen hebben: geel, wit en abrikoos met in het voorjaar een explosie van kleur en de rest van het jaar mooie bladcontrasten.
Wat ik echt te gek vind, is dat Carrie ons helpt met ‘ouderwetse’, degelijke beplanting een moderne invulling te geven aan onze tuin. Want zeg nou zelf, wie kiest in het ‘Dutch Wave’-tijdperk ervoor 16 Forsythsia’s aan te planten, ruim dertig Kerria en daartussen Aucuba te zetten?
Naast vergeten groenten, heb je eigenlijk ook ‘vergeten struiken’ en het is tijd dat ook zij worden herontdekt. Zij krijgen een nieuw bestaansrecht door ze toe te passen met een bewezen ‘modern’ assortiment. Zo combineren wij ze met Sorbaria ‘Sem’ (dank Fokke Zijlstra voor die ontdekking!) die speels tussen dit alles door danst. In De Pullenhof pasten wij Sorbaria al op grote schaal toe, maar ‘Sem‘ is nog intenser van kleur in het voorjaar.
Bij de vaste planten domineren de Epimediums en ook hier maken we gebruik van de vertrouwde soorten: rubrum, ‘Sulphureum‘ en natuurlijk ‘Orangekönigin‘. Daartussen honderden primula’s in de kleuren, geel, oranje, abrikoos en ook nog eens heel veel botanische tulpen.
Na 3 dagen hard werken staat alles erin in drinken we thee in ons prieel. Het is een windstille dag en alles glanst na de regen van vannacht. Ja, we hebben spierpijn, maar dat vergeten we als we dit resultaat zien. En dan moeten de echte herfstkleuren nog komen!
Carrie is er om de planten uit te zetten, Puk helpt mee! Steeds meer lege bakken Onvermoeibaar