‘Morgenster, zoo luidt een andere Nederlandsche benaming voor dit aardige plantje van de familie der Liliaceeën en nu wij het in den vollen zonneschijn vóór ons zien staan, schijnt ons geen passender naam denkbaar voor de glanzige witte ster, die door de zes bloemdekbladen wordt gevormd.’ Zo, dat is nog eens een binnenkomer!
Inderdaad, de bloemen van deze vogelmelk lichten donkere hoekjes mooi op. Let op: hij vermeerdert zich razendsnel, al gauw heb je er letterlijk en figuurlijk genoeg van. Bij ons moet hij achter de heg blijven. Langs de slootkant vormt hij een frisse combinatie met wilde hyacinten (ook al zo hinderlijk wat vermeerderen betreft) en Adderwortel (Persicaria bistorta). Na de bloei sterft de plant snel af om pas het volgende voorjaar weer op te duiken.
De naam vogelmelk dankt hij aan ‘een eigenaardig taai slijm, dat zich in een draad laat uittrekken’ als je een meeldraad losmaakt van de bloembodem.