Plantenschat

Uit de nalatenschap van mijn grootvader Bertus Dupuis heb ik jaren geleden het boek  Plantenschat: Inleiding tot de kennis der flora van Nederland gekregen. Mijn grootvader (geb. 2-11-1895) kwam uit een eenvoudig arbeidersgezin. In de eerste helft van de 20e eeuw werkte hij zich door avondstudie op tot onderwijzer en later van klerk tot directeur van een Rotterdamse bank. Hij had een brede interesse, waaronder de botanie. Ik heb van mijn moeder de liefde voor bloemen en planten met de paplepel ingegeven gekregen. En kennelijk ben ik ook van vaders zijde door opa Dupuis erfelijk ‘belast’. Ik kan me geen mooiere erfenis voorstellen!

Het boekje dat ik nu in mijn bezit heb is de 2e druk (1902). Op het titelblad staat een stempel ‘Ter bespreking’. Ik weet niet of opa het boek ooit besproken heeft. Gezien het jaar van deze 2e druk ligt het meer voor de hand dat hij het zelf later een keer tweedehands heeft gekocht. Hier en daar heeft hij aantekeningen gemaakt met potlood.

Frederike van Uildriks en Vitus Bruinsma  zijn de auteurs. De eerste druk kwam uit in 1898. Het bevat 160 afbeeldingen en beschrijvingen van (destijds) in Nederland voorkomende planten. De planten zijn gesorteerd op volgorde van bloei in het jaar. De eerste plant de beschreven wordt is het Sneeuwklokje, de laatste de Herfsttijloos.

In de voorrede bij de eerste druk schrijven Uildriks en Bruinsma: “Ons doel is geweest in den tekst zooveel mogelijk den indruk weer te geven, dien de plant op een ontvankelijk, met liefde voor de natuur bezield gemoed maakt, eerst in het algemeen, in verband met de omgeving, waarin het bloemenkind is opgegroeid, en daarna, bij nauwkeurige beschouwing, meer in bijzonderheden. Hierbij hebben wij het ons tot taak gesteld de beschrijving zoo volledig te geven, dat daardoor ook zonder de afbeelding de plant te herkennen is en de verschillen met verwante soorten duidelijk uitkomen.”

Bloemrijke taal, die door tijdgenoten Coesèl en Zevenhuizen werd gekarakteriseerd als “poëtisch-sentimenteel”.[9]  De Utrechtse historicus van de natuurwetenschappen Bert Theunissen heeft het zelfs over de “blaartrekkend-zoete natuurlyriek” van Van Uildriks. Dat maakt nieuwsgierig!

In 2018 al startte ik met het opzoeken van de 160 beschreven planten. Komen ze ruim 100 jaar later nog steeds voor in Nederland? Staan ze in mijn tuin, toen nog De Pullenhof in Schalkwijk? Met de verkoop van De Pullenhof en de verhuizing naar De Goudbek in Ternaard kwam er de klad in mijn project. Maar nu, voorjaar 2022, pak ik de draad weer op.