Dit stukje gaat eigenlijk over ‘verstekelingen’. Planten die vanaf een kwekerij meeliften met je nieuwe aanschaf en zich lekker ook vestigen in jouw tuin. Soms heel ongewenst, vaker een welkome verrassing. Maar ik werd bij het fotograferen afgeleid. Deze poes heeft al zolang als wij hier wonen haar leefgebied in onze tuin. Het liefst ligt ze in de voortuin te zonnen. We weten niet van wie ze is, niemand in de buurt kent haar. Ze is wat verlegen, op het schuwe af, terwijl ze eigenlijk graag geknuffeld wil worden. We vermoeden dat ze toch ergens een thuis moet hebben, maar de laatste maanden is ze voltijds hier. Steeds magerder, kaler en inmiddels ónder de vlooien. Ze verloor haar halsband en er kwam geen nieuwe voor terug. Ze klaagde luidkeels zodra we een voet buiten de deur zetten. Twee weken terug besloten we dat we het niet langer konden aanzien. Als we niet zouden ingrijpen, ging ze dood. We zijn voorzichtig gaan voeren (uitgehongerd!), ik heb haar ontwormd en een vlooienbehandeling gegeven. Ze knapt zienderogen op. En is nu natuurlijk helemaal niet meer weg te slaan! Maar dat hoeft ook niet, we zullen voor haar zorgen.
Ik vrees wel dat ze vanaf nu op alle foto’s staat die ik van de voortuin maak. Als een soort wethouder Hekking van Juinen dringt ze zich bij elke gelegenheid op de voorgrond. Tinka beziet dat alles vanuit huis. De twee hebben al kennis gemaakt en ik denk dat ze elkaar wel mogen.
Toch even terug naar de verstekelingen: Linara purpurea ‘Canon J. Went’ (roze) past prima in het kleurenpalet van de borders in de voortuin. Ik hoop dat die zich gaat uitzaaien. Hetzelfde geldt voor zijn zusje in de bakken tegen het huis. Dit lijkt de soort, maar ze is een stuk blauwer dan ik gewend ben. Ook mooi en ze geeft wat frêle hoogte en kleur in deze tijd van het jaar. Dus ook zij mag ook blijven.
P.S. De poes noemen we Colette. Zodra ze wat is opgeknapt laten we haar bij de dierenarts checken op een chip. Wie weet kunnen we een eigenaar blij maken.