Maanden hebben we haar niet gezien. We vroegen ons zelfs af of ze nog zou leven.
Maar ze heeft vast ergens in de buurt overwinterd, bovenop een warme radiator. Sinds kort ligt zij weer op haar vaste zonnige plek in de voortuin. En kroelen maar zodra ze je in de gaten krijgt! Ze weet zich altijd zo tussen je voeten te wringen dat je bijna je nekt breekt en denkt: ‘Vooruit, nog één knuffel dan.’ Het regent nu, maar de temperatuur is nog wel ok en er is schuilgelegenheid genoeg. Nog wel: over een paar weken wordt (eindelijk!) het nieuwe hok opgetrokken. Met houtberging (en vast wel een plek voor haar). Het is de bedoeling dat we deze oude bakken afbreken. Krijgen we nog meer tuin!